Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Asa riep tot den HEERE, zijn God, en zeide: HEERE, [17]het is niets bij U, te helpen [18]hetzij den machtige, hetzij den krachteloze; help ons, o HEERE, onze God! Want wij steunen op U, en [19]in Uw Naam zijn wij gekomen tegen deze menigte; o HEERE! Gij zijt onze God; laat den sterfelijken mens [20]tegen U niets [21]vermogen. 17. Of, het verschilt bij U niet te helpen den machtige, of dengene, die zonder kracht is; of, het is niets bij U, den krachtloze te helpen, komende tussen dengene, die machtig is; dat is, U tegen hem stellende. Of aldus: is het niet bij U te helpen, enz. 18. Hebreeuws, tussen den machtige, dengene, die geen kracht heeft. 19. Dat is, naar uw wil, onder uw beleid in het vertrouwen op uw hulp, tot uw eer. Zie 2 Kon.2:24. 20. Dat is, tegen uw volk. Het kwaad, Gods volk aangedaan, is Hem aangedaan, Zach.2:8; Hand.9:5. 21. Of, overhand hebben.